Drie merkadviezen van Vitra

Een analyse van het merk Vitra; het succes van het meubelmerk ontrafeld.
Als een fabrieksterrein een bedevaartsoord wordt en een showroom meer bezoekersaantallen trekt dan menig museum, dan is er iets aan de hand. 

Wat in de jaren vijftig begon met het voor Europa in licentie produceren van stoelen van Ray en Charles Eames, is uitgegroeid tot een meubelmerk met internationale faam: Vitra, een Zwitsers familiebedrijf dat via de kracht van design de kwaliteit van privéwoningen, kantoren en openbare ruimtes wil verbeteren. 

Uit het succes vallen drie merkadviezen te destilleren.

Advies 1: Stay tuned

Interieurs, kantoren en openbare ruimtes zijn identiteitsverschaffers en dus enigszins modisch. Dan moet je als merk en meubelproducent minimaal bij de tijd blijven.

Een classic van Eames produceer dus je in kleuren die in de mode zijn en je vervaardigt het in moderne materialen. Geen glasfiber meer maar, polypropyleen. Maar wel 20 millimeter hoger want de mens is inmiddels flink langer dan in de jaren vijftig.

Advies 2: Denk integraal

Dat een productiefaciliteit meer kan zijn dan een suf fabrieksterrein bewijst Vitra.

Nu zie je dat Google en Apple redeneren vanuit een campus in plaats vanuit een kantoor. Vitra doet dit al sinds de jaren tachtig. Met architectuur van inmiddels beroemde architecten zoals Frank Gehry, Zaha Hadid, Tadao Ando en Herzog & de Meuron is een heel bijzondere campus en ‘experience’ ontstaan. Een plek om te werken en te ontspannen.

Vitra ziet zichzelf als een (integraal) project.

Het merk stelt: ‘We spreken over een project omdat het alle deelnemers om veel meer gaat dan louter het bedrijf. Het economische succes is en blijft de grondslag voor Vitra.

Ons werk berust echter op het inzicht, dat het dagelijkse leven veel plezier, inspiratie en esthetische bevrediging met zich kan meebrengen en dat design dit toegankelijk kan maken. Dat is het doel van het project; het moet het dagelijkse leven verrijken.’

Een meubelproducent als hoeder van cultureel erfgoed. Is dat logisch? Natuurlijk!

Vitra is toch ook gewoon onderdeel van de maatschappij? Commercie en cultuur staan niet haaks op elkaar.

Zo is in de loop der tijd het Vitra Design Museum een vooraanstaand designmuseum geworden en heeft het een fantastische collectie stoelen verzameld. Het organiseert tentoonstellingen en evenementen over bijvoorbeeld Gerrit Rietveld of Konstantin Gricic. En over hedendaags Afrikaans design. Dat een dergelijke tentoonstelling eerst in het Vitra Design Museum is te zien en vervolgens pas in het Guggenheim te Bilbao zegt wel wat.

Advies 3: Help je klanten

Tja, dat lijkt een wel heel eenvoudig advies maar, Vitra doet dit echt anders dan zijn concurrenten.

De meeste meubelproducenten tonen simpelweg hun meubels en denken dat klanten in staat zijn om te bedenken hoe zo’n meubel functioneert in hun eigen huis of kantoor – in relatie met de andere meubels, ditjes en datjes.

Maar, de werkelijkheid is dat het gros van de mensen geen verbeeldingskracht heeft. Je moet ze dus helpen en laten zien wat de mogelijkheden zijn. Hoe je een ‘verrijkende omgeving’ creëert. Met hulp van Hella Jongerius doet Vitra dit geweldig.

Het toont bereikbare inspiratie met een flinke dosis ‘je ne sais quoi.’ In een ‘pinterested world’ is het wel opletten dat het verhaal van Vitra steeds up to date blijft en voldoende social kanalen gebruikt.

Wat brengt de toekomst?

Hoe ontwikkelt het ‘project’ Vitra zich in de toekomst? Hoe kan Vitra zich merk-georienteerd blijven ontwikkelen? Wat mij betreft mogen er meer samenwerkingen komen met andere merken zoals Vitra dat eerder deed met G Star RAW. Feitelijk een inkopper.

Verder ben ik vooral heel benieuwd hoe Vitra invulling wil geven aan haar streven om ons dagelijks leven te verrijken. Zonder direct met meubels te schuiven en met vernieuwd engagement. Het verhaal net weer even anders verteld.

No Comments

Post A Comment

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.